Drie dagen in de Auvergne… dat is kort, ja, maar echt : je kunt verrassend veel meenemen. De streek voelt een beetje alsof je in één groot natuurdecor wandelt : vulkanische lijnen aan de horizon, dorpjes waar de tijd nét iets trager loopt en overal dat zachte licht dat je mee naar buiten duwt. Ik merkte meteen bij mijn eerste bezoek dat drie dagen bijna te snel gaan, dus een goede planning ? Onmisbaar.
Voor wie graag alvast wat achtergrond wil checken : ik heb zelf veel opgezocht op https://auvergne-patrimoine.com, gewoon omdat ik het fijn vind om te begrijpen waar ik eigenlijk rondloop. Het maakt elke stop net wat rijker, vind ik.
Dag 1 – De Puy-de-Dôme en de vulkanen : meteen het hoogtepunt
Franchement, als je de Auvergne bezoekt en je gaat niet naar de Puy-de-Dôme, dan mis je gewoon de kern van de streek. Je kunt naar boven hiken (ongeveer 1 uur 20 als je een beetje tempo hebt) of de panoramische trein nemen. Ik heb beide gedaan en eerlijk : te voet voelt veel meer “wauw, ik heb dit gedaan”. Een keer boven zie je de keten van vulkanen in een soort boog om je heen liggen. Dat uitzicht vergeet je niet meer.
Na de top kun je doorrijden naar het Vulcania-park. Ik dacht eerst : “hmm, misschien wat toeristisch ?”. Maar eigenlijk viel het me heel erg mee. De interactieve installaties zijn handig om te snappen hoe die slapende reuzen onder je voeten echt werken. Vooral leuk als je reist met kinderen, maar ook volwassenen steken er iets van op.
Dag 2 – Clermont-Ferrand en de warmste markt uit de buurt
Je tweede dag begint het best in Clermont-Ferrand, een stad die supercompact voelt, waardoor je nergens stress krijgt om je route. De kathedraal, helemaal in zwarte lavasteen, ziet er bijna dramatisch uit. Ik weet nog dat ik dacht : “wow, dit is wel een statement”.
Loop daarna door naar de wijk rond Place de Jaude, pak een koffie op een terras en laat je even meedrijven op het lokale ritme. Vraag jezelf rustig af : waar heb ik vandaag zin in ? Musea ? Winkeltjes ? Eten ?
En eten… ja, dat hoort erbij. De markt van Royat (check even welke dag hij open is) is klein maar precies goed : kazen die ruiken alsof ze zo uit een berghut komen, knapperige baguettes, salami’s die bijna té lekker zijn. Je proeft meteen hoe “eerlijk” het hier allemaal is.
Dag 3 – Meren, dorpen en een zachte afsluiter
Voor je laatste dag kies je best iets rustigers. Ik raad altijd aan om naar het Lac Pavin te gaan. Een rondje om het meer duurt ongeveer drie kwartier en het water is zo helder dat je zin krijgt om erin te springen (mag niet overal, dus even opletten). Het meer ligt in een oude vulkaankrater en dat zie je echt : die perfecte ronde vorm is bijna… vreemd mooi.
Daarna kun je doorrijden naar Besse-et-Saint-Anastaise, een middeleeuws dorp met straatjes die een beetje kronkelen zoals je ze in films ziet. Je vindt er een paar kleine restaurants waar je truffade kunt bestellen – aardappelen, kaas, knoflook… simpel en toch gevaarlijk goed. Misschien iets zwaar voor lunch, maar hé, je bent op vakantie.
Praktische tips om het meeste uit je 3 dagen te halen
– Boek je overnachtingen een beetje centraal. De Auvergne lijkt klein, maar de wegen zijn soms bochtig en kosten tijd.
– Neem goede wandelschoenen mee. Zelfs als je niet “echt” gaat hiken, maak je meer kilometers dan je denkt.
– Wees weer-proof. Het weer slaat hier soms om in vijf minuten, geen grap.
– Denk vooraf na over je ritme. Ben je een vroege vogel ? Start je dag op de Puy-de-Dôme. Liever rustig ? Begin met het meer en eindig met de vulkanen.
Conclusie – 3 dagen Auvergne : kort maar intens
De Auvergne is zo’n regio die zachtjes binnensluipt en dan blijft hangen. Je hebt er ruimte, stilte, geschiedenis en een landschap dat geen filters nodig heeft. Met drie dagen kun je de essentie proeven : een vulkaan, een stad, een meer, een dorp. Meer moet het niet zijn om een fantastisch verblijf te hebben.
En jij ? Welke plek zou je als eerste op je lijst zetten ? De top van de Puy-de-Dôme of toch dat mysterieuze kratermeer ?
